Artikel van de meester -- december 1996


De meesters treden naar buiten

door de meester —, via Benjamin Creme

De voorhoede van de meesters, in hun verschillende steden en brandpunten, maakt zich gereed om het wereldtoneel direct openlijk te betreden. De tijd is aangebroken voor hun erkende deelname aan de aangelegenheden van de mensen. Zij weten ook dat hun taak niet gemakkelijk is. Iedere meester is een mens, maar is de menselijke staat van bewustzijn met zijn beperkingen en illusies al lang ontgroeid. Zij begrijpen goed welk lijden deze beperkingen en illusies de mensen opleggen en trachten op alle manieren hun lot te verlichten; tijdens hun lange verblijf op het Pad als gewone mensen hebben zij hetzelfde lijden evenzeer goed gekend en intens gevoeld.

Maar nu moeten zij als gelijken met de mensen werken en samen de ontelbare problemen aanpakken die hun leven bestoken. Dit moeten zij doen op een zodanige wijze dat de vrije wil van de mens niet wordt aangetast: met de steun en de zegen van hun energie en inzicht voor elk voorzichtig plan dat door de mensheid zelf wordt aangedragen. Zij zien de uitdaging van deze onderneming met enthousiasme tegemoet, vast overtuigd van haar uiteindelijk succes.

Geboorterecht

Wanneer de mensen hun Oudere Broeders zien, zullen zij ook hun geboorterecht zien, getuige zijn van hun goddelijke erfenis. Ieder mens is een meester in wording. Er is niets wat Wij hebben of kennen dat niet op een dag door iedereen bereikt zal worden; wij zijn een voorbode van jullie zelf.

Op deze manier kunnen wij als licht fungeren om jullie de weg te wijzen en om menige foute stap of verkeerde afslag te voorkomen.

De tijd is nu voor ons allen aangebroken dat mensen en meesters elkaar ontmoeten en beginnen aan hun gemeenschappelijke taak — de transformatie en het herstel van de wereld.

Dienstbaarheid

Of de mens het nu weet of niet, Wij, jullie Oudere Broeders, staan al lange tijd tot jullie dienst. Er is weinig in het veelkleurige weefsel van de menselijke ervaring dat niet de zorgzame hand van onze Broederschap heeft gevoeld. Er is weinig in de lange geschiedenis van de menselijke ontdekkingen en prestaties dat niets te danken heeft aan onze bezieling en leiding. Zo hebben wij getracht te onderwijzen en te beschermen, tot aan de tijd dat de mens het Pad alleen kan afleggen.

Van nu af aan zullen we, openlijk, in jullie midden werken om met jullie de nieuwe beschaving te scheppen, en jullie daarbij de voordelen van onze lange ervaring schenken. Bijgevolg kan deze, onze gezamenlijke inspanning veel tijd en verdriet besparen.

Eerst zullen jullie onze meester, Maitreya, de Grote Heer, zien. Dan zullen wij onszelf bekendmaken, één voor één, totdat de hele voorhoede bij naam gekend wordt. Geleidelijk, naarmate de omstandigheden dat toelaten, zullen nog meer van Onze Broeders bijdragen aan het werk van steun, de redding van een planeet, het herstel van het Plan.