In
de loop der jaren heeft
Share
Nederland artikelen gepubliceerd over Maitreya’s
verwachtingen op het gebied van politieke, sociale,
ecologische en geestelijke veranderingen in de wereld,
zoals deze werden verstrekt door een van Maitreya’s
medewerkers uit de gemeenschap in Londen waar hij
verblijft. Van tijd tot tijd hebben ook Benjamin Creme
en zijn meester hun prognoses van toekomstige
ontwikkelingen gegeven. In deze rubriek,
“Aankondigingen en feiten”, maken we melding van
recent nieuws, gebeurtenissen en commentaren die
verband houden met deze uitspraken.
Argentijnse crisis: de macht van het
volk
“In Latijns-Amerika als geheel zal de
‘aura’ van democratie opbloeien.” (Maitreya, Share
International, november 1988)
“Overal zullen mensen zich bewust worden en zich niet
langer laten overheersen door anderen, want het is hun
bestemming om vrij te zijn. Overal zullen regeringen naar
het volk moeten luisteren.” (Maitreya, SI september 1988)
In de nacht van 20 december 2001 gingen
Argentijnen de straat op om te protesteren tegen de wijze
waarop politici omgaan met de diepe economische recessie
waarmee het land al jaren worstelt. Het was voor het eerst
sinds de jaren ’50 dat burgers met potten en pannen (de
cazerolada, als symbool van honger) een minister van
Financiën, Domingo Cavallo, en een president, Fernando De
la Rúa, tot aftreden dwongen. De protesten begonnen in
Buenos Aires, waar mensen uit hun ramen hingen en met
deksels op pannen sloegen. Toen het geluid op straat
hoorbaar werd vormden zich de eerste groepen op de
straathoeken. Het nieuws over spontane oploopjes ging als
een lopend vuurtje over de radio en Internet: “Iedereen
naar Cavallo’s huis!” was het credo. In minder dan een uur
hadden zich duizenden burgers verzameld voor de residentie
van Cavallo. Maar ook in andere delen van Buenos Aires
dromden mensen samen met dezelfde protesten of zij
plunderden uit wanhoop supermarkten. Cavallo werd
gedwongen die nacht nog af te treden en president De la
Rúa volgde de volgende dag. De sociale mobilisatie leidde
tot een opeenvolging van vijf presidenten binnen twee
weken tijd.
De boodschap van de pannen was
duidelijk: “We willen niet dat de politici onze inkomens
verlagen,” aldus een bericht op Internet van een Argentijn
die andere burgers opriep de protesten bij te wonen. “Wij
willen dat onze landelijke, provinciale en plaatselijke
overheid 50 procent kleiner wordt. We willen geen
machtshongerige politici die zich meer zorgen maken over
het winnen van de verkiezingen dan over het oplossen van
de problemen die zij zelf gecreëerd hebben... We willen
tegen die politici zeggen dat we wakker zijn en dat we hun
onverantwoordelijkheid niet langer accepteren.”
Boodschappen als deze richtten zich tot ver buiten de
politiek en beschuldigden ook de rechterlijke macht en
grote bedrijven.
De bezorgdheid van de mensen was niet
ongegrond, aangezien het financiële en economische stelsel
van Argentinië op het punt van instorten stond. “In de
jaren ’30 verloren de VS in twee tot drie jaar 20 procent
van hun deposito’s. Wij zijn binnen zes maanden 24 procent
kwijtgeraakt. Dat geeft aan hoe ernstig de crisis in
Argentinië is,” aldus de Argentijnse journalist Joaquin
Morales.
De crisis heeft al diep ingegrepen in de
sociale structuur van Argentinië, met hoge
werkloosheidscijfers, daling van lonen en pensioenen en
gebrek aan voedsel voor veel gezinnen. Een op de drie
Argentijnen heeft geen werk en meer dan vijf miljoen
mensen leven onder de armoedegrens. De oorzaak van de vele
economomische problemen wordt gevormd door de nationale
schuld — Argentinië heeft een schuld van 132 miljard
Amerikaanse dollar aan het Internationale Monetaire Fonds
(IMF). De nieuwe Peronistische regering van Eduardo
Duhalde heeft verklaard dat Argentinië niet langer in
staat is de internationale schulden af te betalen. (Bronnen: Clarín, La Nación, Argentinië; El País, La
Vanguardia, Spanje.)
Economische neergang VS en Japan zet
door
“Naarmate de nieuwe energie de
effectenbeurs raakt, beginnen de krachten van hebzucht weg
te ebben. Zij die hun leven in dienst stellen om het in
stand te houden en geld te verdienen zullen hun
belangstelling voor het systeem en alles wat het
vertegenwoordigt, verliezen. Wanneer de energie wegvloeit,
zal de effectenbeurs beginnen in te storten.” (SI maart
1990)
De twee grootste economieën ter wereld,
de VS en Japan, blijven worstelen. Hoewel Amerikaanse
economen enkele tekenen van herstel bespeurden van de
bijna één jaar durende recessie, zei de voorzitter van het
stelsel van centrale banken Alan Greenspan: “…we lopen nog
steeds aanzienlijke risico’s op de korte termijn.” De drie
belangrijkste Amerikaanse beursbarometers eindigden het
jaar 2001 lager, net als in 2000 — de eerste
achtereenvolgende daling sinds 1973 en 1974. Nadat de
Nasdaq in 2000 39 procent was gedaald, daalde deze in 2001
met 21 procent. De Standard & Poor’s 500 index, die in
2000 10 procent verloor, eindigde nog eens 13 procent
lager over 2001. En de Dow Jones-index, die in 2000 zes
procent kwijtraakte, daalde vorig jaar met nog eens zeven
procent. Over 2001 ging het hoogste aantal arbeidsplaatsen
verloren sinds negen jaar, deels vanwege de aanslagen van
11 september, met een totaal verlies van naar schatting
1,64 miljoen banen.
Het jaareinde maakte geen eind aan de
verslechtering van de Japanse economie. Het pessimisme
over de economie van Japan werd op meerdere wijzen
weerspiegeld, waaronder de Nikkei-index die het jaar op
10.542,62 eindigde, de laagste afsluiting sinds 1983. De
werkloosheid in Japan bereikte eind vorig jaar de
ongekende hoogte van 5,4 procent. Inkomens blijven dalen.
Het vertrouwen van het bedrijfsleven blijft laag. Het
aantal faillissementen blijft stijgen. Met het oog op deze
moeilijkheden en de aanhoudende problemen bij de Japanse
banken hebben de drie voornaamste kredietbeoordelaars de
kredietwaardigheid van Japan verlaagd. De nationale schuld
van Japan bedraagt inmiddels maar liefst 140 procent van
het bruto nationaal product. (Bronnen: The Japan Times, Japan; New York Times, San
Francisco Chronicle, CNN, VS)
Dalingen van de belangrijkste financiële
markten over het jaar 2001 dat door handelaren wordt
omschreven als het slechtste in bijna 25 jaar:
Hongkong (Hang Seng): 24%
Tokio (Nikkei): 24%
Singapore (Straits Times): 15%
Londen (FTSE): 16%
New York: (Nasdaq): 21%
(Dow Jones): 7%
(S&500): 13%