Het einde van ongebreideld kapitalisme

door Scott Champion

(uittreksel, zie Share Nederland, december 2008, voor het volledige artikel)

Voor veel internationale waarnemers betekenden 17 en 18 september 2008 het begin van het einde van het kapitalisme Amerikaanse stijl, dat in de daaropvolgende dagen wereldwijd door een verrassend aantal politici en economen werd bespot als “cowboy kapitalisme”. Gedurende deze twee dagen zorgden kelderende aandelenkoersen en een run op de geldmarkten in de VS er binnen een dag voor dat investeerders zich verdrongen om zichzelf in veiligheid te brengen. De vraag naar beleggingen die veilig geacht werden, zoals Amerikaanse staatsobligaties, rees de pan uit en deed de rentetarieven tot een diepterecord dalen.
In de middaguren van 18 september moet het het Amerikaanse ministerie van Financiën duidelijk geworden zijn, dat het financiële stelsel aan de rand van een totale ineenstorting stond. ‘s Lands cruciale geldmarkten ondervonden een ‘run op de banken’ toen angstige spaarders gedurende deze tweedaagse periode honderden miljarden dollars van onverzekerde spaardeposito’s haalden. De VS bevonden zich in een financiële krach zoals ze die in 70 jaar niet gezien had. Op 18 september, teneinde een nachtelijke krach te voorkomen en een complete bevriezing van het financiële stelsel af te wenden, lekte het departement van Financiën naar de pers dat er spoedig een enorme reddingsoperatie aangekondigd zou worden. Dit lek keerde de ineenstorting van de aandelenmarkten op het moment dat het nieuws bekend werd. Voor het ogenblik was de ineenstorting van de beurzen en het financiële stelsel tot staan gebracht. Maar dit tovermiddel zou slechts van tijdelijke aard zijn.
Wat bracht de economische en financiële leider van de wereld, de VS, tot dit fiasco, tot verloochening van de ‘Amerikaanse manier van zaken doen’? Hebzucht is het voor de hand liggende antwoord. Maar deze hebzucht, gepaard met de arrogantie en illusie van Wall Street, bleek een uitgesproken destructief mengsel op te leveren. Minder dan twee jaar daarvoor had deAmerikaanse minister van Financiën Henry Paulson de Chinezen onderhouden over de verdiensten van Amerika’s onbelemmerde vrije-marktkapitalisme, waar innovatie van het financiële systeem wordt overgelaten aan de speculanten van Wall Street en durfkapitaalschieters die praktisch ongereguleerd zijn, waarbij op haast religieuze wijze werd vertrouwd op het zelfregulerend vermogen van de deelnemers aan partijen op de vrije markt. Als gevolg van het falen van het Amerikaanse bankensysteem en de financiële infrastructuur is dit geloof in vrije markten en ongebreideld kapitalisme inmiddels werkelijk overal stukgeslagen, kennelijk inclusief Amerika waar men begint te beseffen wat de gevolgen zijn van Wall Streets hebzucht voor, niet alleen de VS, maar de gehele wereld.
Zeker, Amerika is niet het enige land dat gevangen zat in deze ongekende mate van hebzucht. Maar veel van de huidige problemen in de wereld werden in Amerika gecreëerd en geëxporteerd door de Amerikaanse financiële dienstensector. Deze ‘financiële innovaties’ verspreidden zich over de wereld, terwijl zelfs traditioneel conservatieve bankiers, zoals de grootste bank van Zwitserland, UBS, zich niet konden onttrekken aan de waardeduikeling van op hypotheken gebaseerde waardepapieren die in enorme hoeveelheden waren uitgegeven door de bankiers op Wall Street. Ook het financiële centrum in Londen wordt gedwongen zijn eigen onverstandige deelname aan en aansprakelijkheid voor de mondiale crisis te accepteren, evenals het Europese vasteland.
Veel van de schuld van de huidige crisis wordt gelegd bij de kelderende onroerend-goedprijzen in de VS, hetgeen vooral het gevolg was van verregaande speculatie en de politiek van goedkoop geld die was ingesteld door het Amerikaanse systeem van centrale banken, de Fed, onder Alan Greenspan. Maar dit mist de kern van de zaak en vertroebelt het echte probleem. Als het probleem slechts lag in de waardedaling van onroerend goed, dan zouden de slechte hypotheken in een ‘Resolution Trust’ geplaatst kunnen worden, een vermogensbeheerbedrijf van de Amerikaanse overheid dat is opgericht in 1989 om de slechte onroerend-goedschulden van de Amerikaanse spaar- en leensector op te schonen. Daarna zou een ordentelijke afwikkeling van de slechte schulden kunnen beginnen. Volgens dit scenario zou de oplossing van de huidige crisis redelijk eenvoudig, ofschoon nog altijd kostbaar zijn.
Maar het probleem is dat de ‘financiële innovatie’ die haar oorsprong op Wall Street vond, zich concentreerde op het scheppen van haast onbegrensde hoeveelheden derivaten en de omzetting in waardepapieren van allerlei soorten activa, zoals hypotheken, creditcardleningen, autoleningen, studieleningen – ongeveer alles wat de banken en beurshandelaren in een effectenbundel konden combineren om vervolgens te verkopen. Hierdoor konden bankiers en beurshandelaren deze financiële producten buiten hun boeken houden, maar nog steeds winst maken over het afsluiten van leningen en het incasseren van rente. Deze waardepapieren werden opgepikt door investeerders over de hele wereld, die snakten naar hogere rendementen, maar de gevolgen van het beleggen in Wall Streets nieuwste creaties niet konden overzien.
Toen de omwisseling van leningen in waardepapieren eenmaal in volle gang was, begon Wall Street deze activa in verschillende tranches of stukken te snijden, op basis van alles waar de belegger maar belangstelling voor had, van effecten met een hoger rendement en een hoger risico tot lager renderende activa voor beleggers die op zeker wilden spelen maar hogere rendementen boden dan de geldmarkten. Effecten van lagere kwaliteit werden eerst gebundeld, alsof hun kwaliteit op miraculeuze wijze zou worden verhoogd door ze alleen maar in één pakket te combineren. Volgens de logica van Wall Street maakte het samenvoegen van een aantal pakketten met een slechte kredietnotering het gecombineerde effectenpakket tot iets anders dan een riskante belegging, aangezien niet iedereen die weinig kredietwaardig is ook niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Men ging ervan uit dat slechts een voorspelbaar percentage niet aan zijn verplichtingen zou kunnen voldoen en deze betrouwbaarheid zou het effectenpakket tot beleggingswaardig pakket maken. De kredietwaardigheidbureaus, gecorrumpeerd door enorme hoeveelheden geld die hun toegeworpen werden om deze pakketten een hoog cijfer te geven, verzaakten hun plicht om het risico van deze ‘nieuwe investeringen’ nauwkeurig vast te stellen. Veel pakketten die weinig meer waren dan riskante effecten werden gepresenteerd alsof ze de kredietwaardering verdienden van een solide belegging, waardoor ze in aanmerking kwamen voor opname in beleggingsportefeuilles van pensioenfondsen over de hele wereld, die grote kopers zijn van effecten met onroerend goed als onderpand, zoals hypotheken.
Andere mondiale investeerders, vooral banken en durfkapitaalfondsen, waren ook grote kopers. Wall Street smeerde iedereen deze illusie aan en het werd algemeen aanvaard. De huidige verliezen van beleggers tengevolge van deze ‘giftige’ producten naderen de 700 miljard Amerikaanse dollar. Een recente voorspelling van de Bank of England over de toekomstige verliezen van dit soort beleggingen bedraagt 2.800 miljard dollar. Maar één ding is zeker: het mondiale financiële stelsel moet nog steeds met de werkelijke omvang van zijn verliezen over de brug komen.
Veel banken en beurshandelaren in New York staan nog steeds bloot aan de enorme verliezen van niet op de balans genoteerde gestructureerde beleggingsmiddelen (SIV’s), die gecreëerd werden door banken en handelaren om provisies voor de banken te verdienen, maar die het ook mogelijk maakten dat de banken schulden buiten hun boeken konden houden en zodoende risico’s tijdelijk naar anderen konden overhevelen. Het probleem voor de scheppers van deze ‘giftige’ financiële instrumenten is dat de risico’s en verliezen vaak op de balans van banken terugkeren, wanneer de SIV’s in financiële problemen geraken. De grote Amerikaanse Citibank had naar verluidt voor ten minste 1.100 miljard dollar aan SIV’s. Gezien de huidige schade op de mondiale financiële markten lijkt het bedrag aan toekomstige verliezen van SIV’s, ofschoon onbekend, aanzienlijk te zijn.
Het dient opgemerkt dat het grootste deel van deze ‘financiële innovatie’ voortkomt uit één bron: de wens om bestaande regels voor banken en handelaars ten aanzien van geleend geld (de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen, die in de ogen van de bank de potentiële winst verminderen) te omzeilen. Net als in alle financiële en economische sectoren betekent ook in bankzaken een hoger aandeel geleend geld een hoger risico. De verhouding tussen vreemd en eigen vermogen is de verhouding tussen schulden en bezittingen, wat een andere manier is om te zeggen dat een financiële entiteit bijvoorbeeld 30 dollar mag lenen voor iedere dollar die ze werkelijk bezit. Het streven van Wall Street naar hogere winst, wat leidt tot het toestaan van een hogere verhouding tussen vreemd en eigen vermogen, heeft geleid tot een schaduw-bankenstelsel (durfkapitaalfondsen, particuliere beleggingsgroepen, onafhankelijke vermogensfondsen, SIV’s, derivaten) dat buiten de normale regulerende instanties om bestaat. Dit werd nog vergemakkelijkt door de dereguleringsideologie van de regering-Bush, een aanpak die gebaseerd was op het geloof in vrije en niet aan regels gebonden markten.
Een voorbeeld van deze laissez-faire houding is dat de Amerikaanse Beurscommissie in 2004 na slechts een uur overleg de beurssector toestond om de verhouding vreemd/eigen vermogen te verhogen van 12:1 naar 30:1 of 40:1. Als gevolg van deze versoepeling van de lang bestaande regelgeving zijn de vijf grootste beursbedrijven in de VS er vier jaar later niet meer of bestaan niet langer als onafhankelijke instelling. Bear Stearns werd van de ene dag op de andere verkocht aan JP Morgan Chase. Merril Lynch verdween in een weekend in de handen van Bank of America. Lehman Brothers ging direct failliet. Morgan Stanley werd gedwongen een aanzienlijk deel van zichzelf te verkopen aan een Japanse firma en werd tevens gedwongen tot een gedeeltelijke nationalisatie volgens het reddingspakket ter waarde van 700 miljard dollar, evenals een andere machtige partij op Wall Street, Goldman Sachs. Deze twee reuzen van Wall Street werden gedwongen hun onafhankelijke status als investeringsbank op te geven en in plaats daarvan bankhoudende bedrijven te worden die veel strikter gereguleerd zijn.
Deze chaos is, zonder uitzondering, het gevolg van te veel speculatie, het onverstandige gebruik van een buitensporige verhouding tussen vreemd en eigen vermogen. Maar het is niet Wall Street dat de uiteindelijke prijs zal betalen. Die kosten zullen door de belastingbetaler gedragen worden, aangezien de winsten geprivatiseerd waren, maar de verliezen nu genationaliseerd worden. Dit is een geweldig systeem voor bankiers, maar zal uiterst schadelijk blijken voor het publiek, wanneer de totale kosten van deze uitspattingen bekend zijn.
De ergste financiële en economische schade komt mogelijk van niet-gereguleerde standaard derivaten. De standaard derivaten, zoals die voorkomen in de goederentermijnmarkten – waar granen, metalen, energie, voedsel en valuta verhandeld worden – is in hoge mate gereguleerd en transparant. Maar niet gereguleerde derivaten zoals credit default swaps (weddenschappen dat een bedrijf zijn obligaties niet kan honoreren) zijn totaal verschillend. Volgens grondstoffenexpert Jim Sinclair hebben ongereguleerde derivaten de volgende kenmerken:
- niet gereguleerd
- niet genoteerd aan openbare beurzen
- zonder normen
- niet-transparant
- geen vraag en aanbod op de open markt
- afgesloten onder privé onderhandelingen
- zonder verrekenkamer
- niet geconsolideerd door enige financiële garantie
- fungeren als contracten met een bijzondere werking
- winst afhankelijk van de balans van de verliezer binnen de overeenkomst
- waarde vastgesteld door aannamen in de computerberekening.
… Voor het ogenblik is contant geld koning. Maar nadere reddingsoperaties, geldinjecties en andere pogingen om te reïnflateren zijn te verwachten. Deflatie is vooral schadelijk voor economieën met een hoge schuldenlast, zoals de Amerikaanse economie, en de VS zullen ongetwijfeld proberen deze druk te weren door het bijdrukken van veel geld. Ze hebben eenvoudigweg geen keus, als ze een herhaling van de Grote Depressie willen voorkomen. Derhalve kan men verwachten dat de Amerikaanse dollar op een gegeven moment onder ernstige druk zal komen te staan en dat dit zal leiden tot zijn ondergang als ’s werelds reservevaluta.
De volatiliteit zal hoog blijven naarmate de ene crisis tot de volgende leidt, in de lange keten van het terugdringen van geleend geld. Ondanks de onvermijdelijke pogingen van de geldmagnaten om de oude werkwijzen van de ongebreidelde vrije markt voort te laten bestaan, is het kapitalisme zoals we dat kenden, dood. Overal worden politici en economen zich bewust van het feit dat de marktwerking destructief is en gestuurd moet worden door de samenleving met strenge regels voor de mondiale markt. Vooral de Europeanen, Russen en Chinezen lopen voorop in de roep om een nieuwe mondiale financiële architectuur en eisen een brede herziening van de heersende marktideologie.