Hieronder volgt een deel van de lezing die Benjamin Creme gaf tijdens de Transmissie-meditatieconferentie in augustus 2008 nabij San Francisco (VS). Voor de volledige tekst zie Share International/Share Nederland, jan./feb. 2009. De citaten zijn afkomstig uit de volgende artikelen van Benjamin Creme’s Meester: ‘Het nieuwe onderwijs’, ‘Het gezin’ en ‘Het tijdperk van Licht’.

Onderwijs, onderwijs, onderwijs

door Benjamin Creme

Het thema van de conferentie dit jaar is “Onderwijs, onderwijs, onderwijs”. Ik ga het hebben over een ander soort onderwijs dan wat tegenwoordig gangbaar is, met andere doelen, andere manieren en methoden van voortgang. Als het zich ontwikkelt in de richting zoals door de Meester wordt aangegeven, zal het het onderwijs op planeet Aarde totaal veranderen.
“Bij het zoeken naar ideeën over de richting die het onderwijs in de nieuwe tijd kan inslaan, zal het zinvol blijken om vast te stellen wat het fundamentele doel van onderwijs is, en zo licht te werpen op de tekortkomingen van de huidige opvoedkundige benaderingen.”
Dit is zeker waar. Als we het doel van onderwijs niet kennen, als we de aard niet kennen van het wezen van de mensen die we geacht worden te onderwijzen en indien de huidige methoden en benaderingen niet worden veranderd, is het zonneklaar dat we niet veel vooruitgang zullen boeken met het opleiden van de jongeren en volwassenen voor de ervaring van het leven in het nieuwe tijdperk.
Het leven in de nieuwe tijd zal volledig verschillen van alle voorgaande ervaringen op deze planeet. Nog niemand van ons, uitgezonderd de verst gevorderden, zal de stadia van verlichting en de toenemende zinvolheid van hun leven onder instructie van de Meesters van Wijsheid hebben ervaren.
In deze komende tijd zullen de Meesters openlijk in de wereld leven. Er zijn al 14 Meesters in de wereld, plus Maitreya. Uiteindelijk zullen er ongeveer 40 Meesters zijn, hoewel niet alle bij het onderwijs betrokken zijn. Een groot aantal Meesters houdt zich echter bezig met een of andere vorm van onderwijs. Hun discipelen, in de eerste plaats, zullen de leraren worden van de mensen die naar alle waarschijnlijkheid de hoofdtaak zullen vervullen van het opleiden en onderrichten van alle groepen, jong en oud, in de komende tijd.

Doel van het leven

Naarmate we beseffen wat de aard van de samenstelling van de mens en het doel van het leven op planeet Aarde is, naarmate de wereld steeds meer één wordt door samendelen, rechtvaardigheid en vrede, zullen steeds meer mensen in zichzelf de behoefte voelen om te weten: wie zij zijn, wat het doel is van hun leven en wat hun punt in evolutie is. Mensen zullen veel praten over evolutie, wat de belangrijkste factor op planeet Aarde zal worden. De evolutie van het menselijk bewustzijn en de ontwikkeling van alle natuurrijken zullen het denken en het doel van mannen en vrouwen overal ter wereld beheersen.
Naarmate mensen zich bewuster worden van hun identiteit als ziel in incarnatie, zullen ze meer van hun zielehoedanigheid gaan uitdrukken. Bijgevolg zal de intuïtie beginnen te werken in mensen in wie zij vandaag de dag nauwelijks een rol speelt. Steeds meer zullen we de mogelijkheden en doelen achter de uiterlijke verschijningen van het leven aanvoelen. We zullen willen weten wie we zijn, in alle aspecten. Waarom werden we geboren? Hebben we werkelijk eerder geleefd? Zijn we echt het resultaat van een opeenvolging van levens door de Wet van Wedergeboorte? Is wedergeboorte een onontkoombaar feit?
Veel mensen zullen op Verklaringsdag Maitreya op Zijn woord geloven, maar miljoenen mensen geloven in zeker opzicht reeds in reïncarnatie, vooral als ze boeddhist of hindoe zijn. Miljoenen mensen zullen vragen gaan stellen. Ze zullen willen weten hoe hun eeuwenoude godsdienstige overtuigingen zich verhouden tot de nieuwe informatie die door de Hiërarchie wordt gegeven, de Leringen van de Oude Wijsheid, die aanvankelijk vereenvoudigd zullen worden en dan geleidelijk de kern van de waarheid zullen benaderen.

Hoedanigheden van God

Mensen zullen beginnen te begrijpen dat de mensheid als één enorme groep samen onderweg is, in verschillende stadia van de evolutionaire reis. We reizen allemaal samen langs een pad van evolutie naar iets ontzagwekkends, dat ons denken vooralsnog moeilijk echt kan bevatten.
Een Meester kan gemakkelijk zeggen: “Jullie worden goddelijke wezens die alle hoedanigheden van God openbaren.” We weten niet eens wat alle hoedanigheden van God zijn. We denken dat we de intelligentie van God kennen. We hebben een vaag vermoeden van wat een machtige intelligentie zou kunnen zijn of het vermogen om totaal en onvoorwaardelijk lief te hebben. We stellen ons voor dat Gods liefde zoiets zou moeten zijn. Ze moet vanzelfsprekend onvoorwaardelijk zijn, anders zou er geen evolutieproces zijn, omdat we nooit het punt zouden passeren waar ze onvoorwaardelijk zou zijn. We zouden nooit veranderen of groeien.
Het mysterie van de Wil van God zal het denken van veel mensen gaan boeien. Zij zullen dat buitengewone mysterie willen begrijpen – hoe de Wil van God, het Doel van God, gekend kan worden, wat het is, hoe het zich openbaart. En welke andere aspecten van God moeten we herkennen, teneinde de aspecten die we denken reeds te kennen ten volle te begrijpen?
Na verloop van tijd zal dit alles het denken van meer mensen gaan bezighouden. Willen ze er iets van kunnen begrijpen, dan moeten ze onderricht worden. Het is dat soort onderricht dat de Meester bedoelt wanneer Hij over onderwijs voor het leven spreekt, onderwijs voor de nieuwe tijd, waarin mannen en vrouwen zichzelf zien als goden in aanleg. Als jij jezelf ziet als een god in aanleg, zal dat denkbeeld je inspireren. Je aspiratie groeit navenant. Je wilt worden als dat denkbeeld van goddelijkheid, wanneer het denkbeeld dat je een ziel bent echt de verbeelding grijpt en in je hart weerklinkt.
Wanneer je Maitreya en de andere Meesters ziet Die met Maitreya in de openbaarheid treden, zul je zien hoe Goddelijke mensen eruitzien, hoe Zij zich gedragen. Wat een inspiratie moet dat voor de mensheid zijn?
“Ten eerste moeten we begrijpen voor wie het onderwijs er is en hoe het proces werkt waardoor zijn taak wordt uitgevoerd. Dit is wellicht minder duidelijk dan op het eerste gezicht lijkt, want de mens is lange tijd onwetend geweest over zijn ware aard en samenstelling, waarbij hij het deel aanzag voor het geheel en zijn eigenlijke wezen grotendeels negeerde.”
Volgens de Meesters is de samenstelling van de mens op het allerhoogste niveau drievoudig. Op het fysieke niveau, het niveau waar wij vertrouwd mee zijn, is dat het fysiek lichaam, het emotioneel lichaam en het mentaal lichaam. Het één maakt dat we willen eten, het ander maakt dat we ons droevig of blij voelen, naar gelang de omstandigheden, en het derde vertelt ons de tijd, dat als we ons niet haasten we de bus zullen missen. Voor de meeste mensen is dit ogenschijnlijk vaste lichaam, dat we in de spiegel zien, alles wat we zijn. Je ziet jezelf ouder worden als je in de spiegel kijkt, week na week, maand na maand, jaar na jaar verslapt de kaak, de lijnen onder de ogen komen op, je haar wijkt terug. Wie of wat wordt ouder? Het lichaam, dat slechts een uitrusting, een voertuig is.
Dit is slechts uitrusting. De werkelijke aard van de mens is volgens de Meesters dat we een vonk van het goddelijke zijn. Het goddelijke is overal. Er bestaat zelfs niets anders dan het goddelijke. We leven in een goddelijk, geestelijk heelal. Dat is de aard van het leven.
De vonk van God, de goddelijke vonk, overal in de kosmos – in ons en niet los van ons – is het ultieme, het hoogste aspect van de menselijke aard. Ze is volmaakt en heeft al het goddelijke in aanleg. In dit zonnestelsel zal die aanleg een factor X zijn. In een hoger zonnestelsel als Sirius zal het de factor X-plus zijn, een aanleg die we ons zelfs niet kunnen voorstellen. Het is altijd een oneindigheid, omdat het scheppend is, vanuit ons gezichtspunt manifesteert het zich op steeds hogere niveaus. Voor zover het dit zonnestelsel betreft hebben we de evolutiereis op planeet Aarde voltooid, wanneer wij dat wat ons hoogste aspect is omlaag hebben gebracht tot elk deel van ons laagste aspect.
We zijn stof, we zijn de ziel, we zijn de vonk van God. Die goddelijke vonk weerspiegelt zich als de individuele menselijke ziel. Die ziel is een geïndividualiseerd deel van één grote Alziel, die het mensenrijk is. De menselijke ziel is de middelaar tussen de goddelijke vonk (de Monade in Theosofische termen) en de man of vrouw op het fysieke gebied, met een fysiek, emotioneel en mentaal lichaam. Deze drie aspecten – fysiek, emotioneel en mentaal – zijn de middelen waarmee de ziel het leven ervaart op het niveau van de persoonlijkheid.
Als we het leven op de fysieke, emotionele en mentale gebieden op dit niveau helder zien, ervaart de ziel het leven op dit niveau eveneens helder. Jammer genoeg is het overgrote deel van de mensen op planeet Aarde zo onderontwikkeld, dat we onszelf, als ziel, geen voldoende helder, zuiver beeld van het leven presenteren om de ziel, de goddelijke middelaar, in staat te stellen het op adequate wijze te zien. De ziel ziet precies wat wij haar aanreiken.

Illusie

Het is een probleem van illusie. De mensheid leeft in de illusie van haar fysieke, emotionele en mentale kijk op het leven. Indien iemand op welk van deze drie niveaus ook op illusoire wijze ziet – niet echt, niet direct – dan is dat de kijk op het leven die hij de ziel geeft. Het doel op de fysieke, emotionele en mentale gebieden is om onze reactie op de wereld om ons heen te zuiveren. Op het fysieke gebied hebben we dat min of meer gerealiseerd. Ik betwijfel of er tegenwoordig erg veel mensen zijn die, zoals dat heet, gepolariseerd zijn op het fysieke gebied. De meeste mensen zijn gepolariseerd op het astraal-emotionele gebied. Als je op het fysieke gebied gepolariseerd bent, betekent dat dat je denken, je kijk op het leven, je brandpunt van bewustzijn op het fysieke gebied ligt. Wellicht zijn er wat mensen die weinig meer zijn dan intelligente dieren.
Tegenwoordig is 95 procent van de mensen gepolariseerd op het astrale gebied, wat een zware last legt op de evolutie van de mensheid. Maar in de komende tijd zal dit drastisch veranderen. Bijna vijf miljoen mensen staan al op de drempel van de eerste van de vijf grote planetaire inwijdingen die leiden tot de herrezen Meester.
Het Plan van evolutie bevindt zich in het denken van dat ongelooflijk hooggeëvolueerde Kosmische Wezen dat de planeet Aarde bezielt. Onze planeet – met alles erop, inclusief wijzelf en alle schepselen die de Aarde ooit bewandelden – is het middel waarmee dat grote Wezen Zich uitdrukt. Hij heeft een plan voor de evolutie van deze planeet dat in verband staat met het grotere plan van de Zonnelogos. De Zonnelogos is een nóg hoger gevorderd Kosmisch Wezen, dat zich uitdrukt in de vorm van het zonnestelsel, inclusief deze en alle andere planeten. Alle planeten hebben een Planeetlogos, wiens plannen in verband staan met dat van de Zonnelogos. Hij heeft een nog veel groter Plan, omdat Hij een bedoeling en doel ziet die zich uitstrekken voorbij dat wat de Planeetlogoï zien en tot uitdrukking brengen.
Wat planeet Aarde betreft, zijn de Meesters van Wijsheid en de Heren van Mededogen de behoeders van dit Plan. Het is Hun taak het Plan zoveel mogelijk te verwerkelijken via de menselijke, ondermenselijke en devische natuurrijken. Niet alle Meesters zullen alles van het Plan weten, dat hangt van Hun status af. De verder gevorderde Meesters, zoals Maitreya, weten natuurlijk meer van de bedoelingen van de Logos af dan bijvoorbeeld een vijfdegraads Meester.
Bij elke inwijding worden, gesymboliseerd door de aanraking met de staf van inwijding, de chakra’s van de ingewijde versterkt. De eerste twee inwijdingen worden genomen voor Maitreya en de derde en hogere voor Sanat Kumara, de Heer der Wereld in Shamballa. De inwijdingen geven een steeds sterker en diepergaand begrip van de buitengewone reikwijdte van het Plan.
Het Plan raakt aan elk aspect van het leven op planeet Aarde en verbindt die verschillende aspecten met elkaar. Denk maar eens aan het mensenrijk, en het dieren-, planten- en minerale natuurrijk, de buitengewone verscheidenheid en omvang van de devische of engelenevoluties: de ondermenselijke elementalen, de lagere bouwers, de grote deva’s wier lichamen zo reusachtig zijn dat ze een continent zouden kunnen bedekken. We kunnen ons geen voorstelling maken van de reikwijdte en verscheidenheid van de devische evoluties. Al deze natuurrijken en evoluties zijn onderling verbonden. Niets staat op zichzelf.
Er is niets in de hele kosmos dat afgescheiden is. Elk atoom is verbonden met elk ander atoom. Dit ligt ten grondslag aan de werkelijkheid van de twee grote Wetten die het evolutieproces beheersen. …

[Einde fragment]