Trends – november 2009


Kindersterfte daalt

Volgens UNICEF neemt de kindersterfte wereldwijd af, maar gaan de vorderingen niet snel genoeg. Alhoewel kindersterfte gedurende de laatste twee decennia gestaag is afgenomen, schat UNICEF dat er in 2008 ongeveer 8,8 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar  stierven. “Vergeleken met 1990 sterven er per dag 10.000 kinderen minder,” aldus algemeen directeur Ann Veneman van UNICEF. “Hoewel vooruitgang wordt geboekt, is het onacceptabel dat er elk jaar 8,8 miljoen kinderen voor hun vijfde verjaardag sterven.”
De afname van kindersterfte is te danken aan de grootschalige distributie van levensreddende technologieën, met name vaccins, muskietennetten en vitamine-A supplementen. De introductie van nuttige toepassingen die gemakkelijk uitgevoerd kunnen worden, zoals borstvoeding geven tot zes maanden, hetgeen kinderen beschermt tegen diarree, draagt ook bij aan de verbeterde gezondheid van kinderen. Succes in Malawi en andere ontwikkelingslanden laat zien welke creatieve manieren gevonden zijn om behandelingen te verspreiden. Een trainingsprogramma voor 10.000 middelbaar opgeleide gezondheidswerkers in dorpen is buitengewoon effectief gebleken. Deze werkers dienen medicijnen toe, geven injecties en aanwijzingen voor geboortebeperking; zij bereiken zelfs afgelegen gebieden waar nog nooit een arts of verpleegster is geweest.
Melinda Gates, mede-oprichter en mede-voorzitter van de Gates Foundation, merkte op: “Wanneer wij als wereld zeggen dat we bereid zijn om kinderlevens te redden en het probleem systematisch stapje voor stapje aanpakken, dan kunnen we vooruitgang boeken.” (Bron: The New York Times, VS; UNICEF)

Steeds meer mensen behandeld tegen HIV

Meer dan vier miljoen mensen in landen met lage en middeninkomens ontvingen in 2008 levensreddende hiv-behandelingen, een toename van 1 miljoen ten opzichte van het jaar ervoor, aldus een recent rapport van verschillende VN-agentschappen.
Het rapport van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO), UNICEF en het Gezamenlijke HIV/AIDS Programma van de VN (UNAID) belicht ook andere vorderingen, zoals toename in testen en begeleiden van hiv en verbeterde toegang tot dienstverlening om hiv-overdracht van moeder op kind te voorkomen.
“Dit rapport laat geweldige vooruitgang zien in de mondiale respons op aids,” aldus Margaret Chan, directeur-generaal van de WHO. “Maar we moeten meer doen. Minstens vijf miljoen mensen met hiv hebben nog geen toegang tot levensverlengende behandelingen en zorg. De preventieve zorg ontbreekt het aan mogelijkheden om velen in nood te bereiken. Overheden en internationale hulporganisaties moeten haast maken met hun inspanningen om universele toegang tot behandeling te realiseren.”
Toegang tot aids-remmende middelen blijft zich in snel tempo uitbreiden. Van de naar schatting 9,5 miljoen mensen in lage- en middeninkomenslanden die in 2008 behandeling nodig hadden, ontving 42 procent die daadwerkelijk, tegen 33 procent in 2007. De grootste vooruitgang was te zien in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar tweederde van alle hiv-besmettingen plaatsvindt.
De prijzen van de meest gebruikte hiv-remmers zijn in de afgelopen jaren flink gedaald en dat heeft bijgedragen tot een ruimere verkrijgbaarheid van de medicijnen. De lagere prijzen zijn te danken aan een combinatie van factoren, zoals betere samenwerking tussen farmaceutische bedrijven en het wijdverspreide gebruik van merkloze medicijnen.
Ondanks de recente vooruitgang voldoet de toegang tot de behandelingsmogelijkheden nog lang niet aan de behoefte en door de mondiale economische crisis is bezorgdheid ontstaan of de huidige mogelijkheden gehandhaafd kunnen blijven.
Recente gegevens tonen aan dat mogelijkheden voor testen op hiv en begeleiding in aantal toenemen. In 66 in het rapport genoemde landen is het aantal aanbieders van hiv-tests met circa 35 procent toegenomen ten opzichte van 2007 en 2008. De test en begeleidingsdiensten worden ook door een toenemend aantal mensen gebruikt. In 39 landen is het aantal uitgevoerde hiv-testen tussen 2007 en 2008 verdubbeld.
Desondanks blijft de meerderheid van mensen die met hiv leven zich onbewust van hun toestand. Gering besef van persoonlijk risico op hiv-besmetting en angst voor stigma en discriminatie zijn deels verantwoordelijk voor het matige gebruik van testmogelijkheden.
In 2008 is de toegang tot hiv-dienstverlening voor vrouwen en kinderen verbeterd. Ongeveer 45 procent van de seropositieve zwangere vrouwen ontvingen aids-remmers om overdracht van hiv op hun kinderen te voorkomen, tegen 35 procent in 2007. Steeds meer kinderen vinden baat bij behandelingsprogramma’s voor kinderen: het aantal kinderen onder de 15 jaar dat deze therapie kreeg, steeg van naar schatting 198.000 in 2007 tot 275.700 in 2008 – ofwel 38 procent van de met hiv geïnfecteerde kinderen.
Mondiaal gezien blijft aids de eerste doodsoorzaak bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd. “Hoewel er in de mondiale reactie op hiv/aids steeds meer aandacht is voor vrouwen en kinderen, blijft de ziekte een verwoestende invloed hebben op hun gezondheid, levensonderhoud en levensverwachting,” zegt Ann Veneman, directeur van UNICEF.
“Alle indicaties wijzen erop dat in de komende paar jaar het aantal mensen dat behandeling nodig heeft drastisch stijgt, aldus Michel Sidibé, directeur van UNAIDS. “Het zekerstellen van rechtvaardige toegang zal een van onze belangrijkste taken zijn, en UNAIDS zal blijven fungeren als stem voor de stemlozen, waarbij we ervoor zullen zorgen dat gemarginaliseerde groepen en de kwetsbaarste mensen toegang hebben tot de dienstverlening die zo essentieel is voor hun welzijn en dat van hun gezinnen en gemeenschappen. (Bronnen: WHO, UNICEF, UNAIDS persbericht; BBC, VK)