Woorden van wijsheid – oktober 2009


Een nieuwe richting voor Japan

“Hoe kunnen we een eind maken aan ongebreideld marktfundamentalisme en financieel kapitalisme, die gespeend zijn van ethiek of gematigdheid, om de financiën en het levensonderhoud van onze burgers te beschermen? Dat is het vraagstuk waar we op dit moment voor staan.”
Yukio Hatoyama, de nieuwe premier van Japan, schrijft in een artikel in de New York Times dat Japan in het tijdvak na de Koude Oorlog voortdurend geworsteld heeft met de beukende wind van het marktdenken in een door de VS aangedreven trend die bekend staat als globalisering. In het fundamentalistische najagen van het kapitalisme worden mensen niet als het doel beschouwd, maar als het middel. Als gevolg daarvan gaat de menselijke waardigheid verloren.
“In deze tijd moeten we terugkeren naar het idee van broederschap – zoals in het Franse motto “vrijheid, gelijkheid, broederschap” – als middel om het gevaar dat inherent is aan vrijheid te matigen.
Hatoyama vervolgt: “Het economische stelsel in een willekeurig land is gedurende vele jaren opgebouwd en weerspiegelt de invloed van tradities, gewoonten en nationale levensstijlen. Maar globalisatie heeft zich ontwikkeld zonder enige achting voor niet-economische waarden of milieuvraagstukken of problemen van vrijetijdsbeperking.
“In termen van markttheorie zijn mensen slechts personeelskosten. Maar in werkelijkheid schragen mensen de structuur van de lokale gemeenschap en belichamen zij de fysieke levensstijl, tradities en cultuur. Een individu verdient respect als mens door een baan en een rol binnen de lokale gemeenschap te verwerven en in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien.
“Onder het beginsel van broederschap zouden we geen beleid implementeren dat terreinen die verband houden met menselijk leven en veiligheid – zoals landbouw, milieu en geneeskunde – overlaat aan de genade van globalisering.
“Het is onze verantwoordelijkheid als politici om onze aandacht opnieuw te vestigen op deze niet-economische waarden die als gevolg van de opmars van globalisering aan de kant geschoven zijn. We moeten beleid maken dat de mensen weer samenbrengt, dat meer rekening houdt met de natuur en het milieu, dat welzijn en medische systemen weer opbouwt, dat voorziet in beter onderwijs en ondersteuning bij het opvoeden van kinderen, en dat ongelijkheid in welvaart aanpakt.”
Sprekend over internationale verhoudingen, schrijft Hatoyama: “Terwijl wij trachten nieuwe structuren voor internationale samenwerking te bouwen, moeten wij buitensporig nationalisme overwinnen en een weg bewandelen die leidt naar economische samenwerking en veiligheid op basis van regulering.”
Hatoyama besluit zijn artikel met een citaat van graaf Coudenhove-Kalergi, grondlegger van de eerste volksbeweging voor een verenigd Europa: “Alle grote historische denkbeelden begonnen als een utopische droom en werden uiteindelijk werkelijkheid. Of een idee een utopische droom blijft of een werkelijkheid wordt, hangt af van het aantal mensen dat in het ideaal gelooft en van hun vermogen om ernaar te handelen.” (Bron: The New York Times, VS)

“Stop agressie tegen Gaza”

Al 63 Nobelprijswinnaars, 202 leden van het Europese Parlement en andere wereldfiguren als Martin Gray, Noam Chomsky en Michel Rocard, de vorige premier van Frankrijk, hebben de oproep “Open de deuren” ondertekend, dat in de lente van 2003 gelanceerd werd door de ngo Peace Lines (“Vredeslijnen”). Het appèl verzoekt Israël dringend om het beleg van Gaza voorgoed te beëindigen. “Meer dan 1,5 miljoen mensen zitten gevangen binnen de grenzen van Gaza en staan bloot aan totale willekeur,” aldus het appèl.
Voordat het beleg in 2007 begon, had Israël een lijst samengesteld met 4000 “toegestane” producten die geleverd konden worden aan de Gazastrook. Nu zijn er nog maar 30 tot 40 producten die feitelijk doorgelaten worden naar de burgers van Gaza. Matrassen, lakens, schoenen, kleren, boeken, thee, koffie, zijn allemaal verboden, evenals beton, deuren en ruiten, ondanks de dringende noodzaak tot wederopbouw ten gevolge van de verwoesting die in de laatste aanval door de Israëlische bombardementen is veroorzaakt.
De oproep vraagt Hamas om de gevangen sergeant Shalit van het Israëlische leger vrij te laten, terwijl Israël een aanzienlijk aantal van meer dan tienduizend Palestijnse gevangenen vrij zou moeten laten, inclusief alle gekozen leden van de Palestijnse wetgevende macht.
Onder hen die getekend hebben, zijn ook de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede aartsbisschop Desmond Tutu, de Dalai Lama, Shirin Ebadi en Mairead Maguire uit Noord-Ierland.
Maguire onderscheidde zich eerder door het gemeentebestuur van Oost-Jeruzalem te beschuldigen van “etnische zuivering” tegen de Arabische gemeenschap. Tientallen Arabische huizen worden bedreigd met geplande afbraak. “Ik denk dat de Israëlische regering een politiek van etnische zuivering volgt tegen de Palestijnen hier in Oost-Jerusalem, wat in strijd is met de Rechten van de Mens en ingaat tegen de waardigheid van het Palestijnse volk,” aldus vredesactivist Maguire. Meer dan 1500 Arabieren lopen gevaar hun huis te verliezen in de grootste uitzettingsoperatie sinds 1967. Het excuus dat gebruikt wordt, is dat de huizen werden gebouwd of uitgebreid zonder Israëlische toestemming, maar volgens de Arabieren is het praktisch onmogelijk zo’n toestemming te verkrijgen. Er leven in dit gebied meer dan 10.000 Palestijnen tegen slechts 60 Joodse gezinnen. Volgens de Israëlische vredesbeweging B’Tselem zijn er door de Israëlische regering in Oost-Jeruzalem al meer dan 400 huizen vernietigd.
Eerder, in maart 2009, stemde de VN-Veiligheidsraad unaniem voor het creëren van twee afzonderlijke staten als enige oplossing voor vrede. Sprekend tot de VN, zei secretaris-generaal Ban Ki-moon: “Palestijnen ondergaan nog altijd onacceptabele en eenzijdige acties in Oost-Jeruzalem en in wat over is van de Westoever – afbraak van huizen, steeds meer nederzettingen, geweld van kolonisten en onderdrukkende bewegingsbeperkingen als gevolg van pasjes, controleposten en grenzen, die nauw verbonden zijn aan de nederzettingen. De tijd is gekomen dat Israël zijn politiek compleet herziet, zoals het herhaaldelijk heeft beloofd te doen, maar nog altijd niet heeft gedaan.” (Bron: Le Nouvel Observateur, Le Monde, Frankrijk; peacelines.org)