Themalezing Transmissie-meditatieconferentie 2009

De geestelijke missie van de UFO’s – Vragen en antwoorden (slot)

door Benjamin Creme

De geestelijke missie van de UFO’s” was het thema van de lezing die Benjamin Creme gaf tijdens de Amerikaanse en Europese Transmissie-meditatieconferentie in 2009. De tekst van de lezing werd gepubliceerd in Share International nr.1, januari/februari 2010. Hieronder volgt een tweede en laatste selectie uit de vragen en antwoorden die erop volgden.

Bekendheid geven aan de ‘sterren’

V. Moeten we in onze benadering van het publiek over het naar buiten treden van Maitreya meer over de ‘ster’, de Ruimtebroeders, spreken?
A. Als lid van deze groep is er geen verschil wanneer je spreekt over de ‘ster’ of over de wederkomst van de Christus en de Meesters van Wijsheid. Ze zijn deel van hetzelfde proces. Het is niet het een of het ander; het is allemaal deel van één geheel. Het is de laatste fase in een proces dat al jaren gaande is en waarlangs Maitreya en de groep Meesters die met Hem mee komen, openlijk terugkeren in de moderne wereld. Ze staan al jaren gereed in de wereld. Dit is een nieuwe fase en de ‘ster’ is er als voorbode van dit proces van open activiteit en benadering van de mensheid via radio en televisie.
De ‘ster’ is natuurlijk geen ster. Het is een ruimteschip, een ufo, een enorm ruimtevaartuig. De ‘gewone’, ‘alledaagse’ verkenner-ufo’s meten slechts ongeveer 8 en 10 meter in diameter, wat groot is, maar niet vreselijk groot. De ‘ster’ is gigantisch met een afmeting van vijf voetbalvelden bij elkaar.
Als je de realiteit van de ‘ster’ aan het publiek kunt presenteren, doet dit twee dingen: het is een voorbode van Maitreya’s komst in de fysieke wereld van alledag en het is tevens bewijs van de realiteit van de Ruimtebroeders. Die ‘sterren’ moeten ergens gemaakt zijn. Ik kan aan niemand bewijzen dat ze op Mars en Venus gemaakt zijn, maar dat is de informatie die ik gekregen heb en ik geef dit door aan iedereen die het maar wil weten.
Deze twee belangrijke dingen komen samen in dit verhaal: Maitreya’s benadering van het publiek, die begint met Zijn verschijning op televisie in de zeer nabije toekomst (ofschoon niet aangekondigd als Maitreya; Hij zal aanvankelijk een andere naam gebruiken), en tevens de kennis over de werkelijkheid van ufo’s. Je kunt niet over het een praten zonder het andere te noemen. [Noot: Op 14 januari werd bekend dat Maitreya’s eerste tv-interview in de VS heeft plaatsgevonden. Bij het ter perse gaan heeft Maitreya negen interviews gegeven.]

Gedrag van de ‘ster’

V. Verandert de ‘ster’ op zodanig subtiele wijze van positie en kleur dat het voldoende opvalt zonder mensen bang te maken, zodat ze niet in paniek raken?
A. Ja, precies. Dat is de manier waarop de Ruimtebroeders werken en de manier waarop zij bijvoorbeeld graancirkels maken. Ze werken omzichtig, indirect. Ze willen contact leggen met de Aarde. Ze willen mensen in staat stellen te begrijpen wat ze doen, wie ze zijn en waar ze vandaan komen, maar ze zijn zich bewust van alle begoochelingen van de mensheid. Ze weten hoe gemakkelijk wij bang worden. Ze zien de angst in mensen. Het gebeurt vaak wanneer ze ’s nachts landen, dat mensen op een landweggetje een reeds gelande schotel zien en bij de aanblik ervan zo schrikken dat ze hard weglopen.
Dit gebeurt steeds opnieuw over de hele wereld. Dit komt door het feit dat de ufo’s zo negatief zijn afgeschilderd, zo tegengesteld aan hun aard, door overheidsinstanties en films, als afschuwwekkende, neurotische, verwrongen geesten die obscure operaties uitvoeren op arme, onschuldige mensen, hen ontvoeren en naalden en snufjes bij hen inbrengen om macht over hen uit te kunnen oefenen.
Niets kan minder waar zijn. De Ruimtebroeders gedragen zich volkomen tegenovergesteld en willen mensen niet beangstigen. Ze hebben werk te doen. Ze zouden graag zien dat wij dat weten en erkennen, en bewust weten wat er gaande is, maar ze weten dat ze omzichtig te werk moeten gaan. Daarom doen ze hun werk ‘heimelijk’, op zo’n manier dat je er het jouwe van kan denken. Op die manier blijft je vrije wil ongeschonden. Zij maken nooit inbreuk op de vrije wil van de mens.

 

V. Wordt informatie over de ‘ster’ bewust door regeringen of de media verzwegen?
A. Er zijn geen regeringen die informatie over de ‘ster’ verzwijgen, maar sommige media beslist wel. De houding van de media is dat er onvoldoende vraag naar is, onvoldoende rumoer over is. Ze hebben onvoldoende informatie. Ze zouden graag hun cameramensen erop af sturen om de ‘ster’ te filmen, als ze maar wisten waar hij te zien zou zijn, maar ze nemen niet de moeite om ernaar te zoeken. Ze willen van tevoren weten waar de ‘ster’ op die-en-die dag zal zijn, en dan zullen hun cameramensen erop uit gaan en eersteklas opnamen maken om op televisie te tonen, en dan zal het de moeite waard zijn. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Er is niemand die die informatie kan verschaffen. Dat is een van de redenen waarom de media niet reageren. Zij willen het op een dienblad aangereikt krijgen. Ze willen dit verhaal altijd al op een dienblad.
Als ik ze zou vertellen wanneer Maitreya in een bepaald programma zou verschijnen, zouden ze allemaal klaar staan met hun camera’s. Ze zouden bekijken of dat al of niet Maitreya zou kunnen zijn, en uiteindelijk zouden ze het niet weten. Maitreya lijkt zo weinig op het beeld dat zij van de Christus hebben, dat ze die bepaalde persoon waarschijnlijk zouden negeren als zijnde mogelijk Maitreya of de Christus.
We hebben te maken met mensen die o zo ‘slim’ zijn. Ze zijn zo onintelligent, en toch zijn ze zo slim, zo schrander. Ze hebben altijd gewild dat ik hun Maitreya zou geven, Hem naar hun kantoor zou brengen.
Toen Hij naar het kantoor van de BBC ging, wezen ze Hem af. Hij was rond 1986 in het kantoor van de BBC. Hij had gesprekken met de directeur-generaal van de BBC en drie van zijn assistenten en een voormalige assistent. Maitreya liet hun de laatste uren van Jezus aan het kruis zien, alsof ze erbij waren. Ze waren er getuige van en zagen het met hun eigen ogen. Ze ervoeren het. Ze zagen het lijden, het bloed, de mensen en alles er omheen.
Maitreya vroeg de Meester Jezus om naar het kantoor te komen en Hij kwam. Misschien was Hij op dat moment in Rome, maar Hij kwam, dus ze hebben ook de Meester Jezus ontmoet. Ze hadden die ervaringen en hun werd gevraagd een grote persconferentie te beleggen, waar Maitreya op zou verschijnen, de journalisten te woord zou staan en al hun vragen zou beantwoorden.
Maar ze deden er niets mee. In plaats daarvan deelden ze de informatie mee aan de koningin die, als het hoofd van de kerk en van de staat, volgens hen als eerste geïnformeerd moest worden. Ze wisten natuurlijk precies wat de koningin zou doen. Ik wist precies wat de koningin zou doen, en dat was haar adviseurs in de kerk vragen. Zij vroegen de aartsbisschop van Canterbury en de bisschoppen. Die kwamen bijeen en volgens hen was er geen schijn van kans dat de Christus aan hen of aan de wereld zou verschijnen, of op het kantoor van de BBC. Hij was vast niet hun Christus. De Christus kwam vast en zeker, maar nu nog niet, waarschijnlijk de eerste duizend jaar nog niet, als zij al een datum in gedachten hadden, maar zeker niet nu, in elk geval niet tijdens hun leven.
Zodoende werd er een compleet embargo op deze informatie gelegd en heeft Maitreya de langzame weg moeten bewandelen.
Er zijn geen garanties met de media. Je kunt het hen in de schoot werpen en als het niet is wat zij verwachten, zien ze het niet. Het zijn bange mensen. Mensen met gezag zijn in het algemeen bang voor dit verhaal. Ze zijn bang om er een beslissing over te moeten nemen. Het is dus beter om het maar te laten liggen, er geen energie aan te geven en het te negeren zolang het zich laat negeren. Als er enige waarheid in schuilt, zal die uiteindelijk wel naar voren komen. Maar zij wensen hun gevoel van veiligheid of de status quo er niet door te laten verstoren.
Volgens de wetten van de media zou dit verhaal zo dood moeten zijn als een dodo. Maar in plaats daarvan is het levendiger en nadrukkelijker aanwezig in het denken van mensen dan ooit. Waarom? Eenvoudig omdat het waar is.

 

V. In uw lezing zei u dat de Ruimtebroeders zo voorzichtig en subtiel te werk gaan.
A. Uit de manier waarop zij zichzelf presenteren via de graancirkels, de cirkels van licht op gebouwen enzovoort, blijkt duidelijk dat ze in staat zijn tot een uiterst voorzichtige benadering. Dat maakt gewoonlijk deel uit van hun werkwijze.
Zij willen geen inbreuk maken op de vrije wil van de mensen of chaos veroorzaken. Zij pakken het omzichtig aan. Ze doen hun werk heel stilletjes, door je te laten zien – als je ogen hebt om te zien en kunt nadenken – dat ze hun visitekaartje hebben achtergelaten, waar duidelijk op staat: “Wij komen uit de ruimte, van de andere planeten uit dit stelsel. We zijn gekomen om jullie te helpen. Wij werken in jullie belang. Hier is een voorbeeld van ons werk. We hopen dat jullie het een mooie ‘tekening’ vinden.”
We moeten onszelf afvragen waar de graancirkels vandaan komen. Ze verschijnen middenin akkers in Wiltshire en elders, enorme ontwerpen. Ze kunnen onmogelijk door mensen gemaakt zijn, maar er is niets waaruit blijkt hoe ze gemaakt worden. Ze worden in enkele seconden gemaakt, ongeacht de grootte. Het ontwerp is van tevoren al gemaakt, de apparatuur staat klaar, en terwijl het schip zich gedurende enkele seconden over de akker verplaatst, vindt het draaien, kruisen en buigen van het gewas automatisch plaats, wanneer zij hun schip er overheen manoeuvreren. Het is allemaal van tevoren gepland, zodat het schip niets anders doet.
Maar het gebeurt stilletjes. Gewassen zijn seizoensgebonden en aan het eind van het seizoen, wanneer alles geoogst is, is er niets meer te vinden van de graancirkels. Sommige mensen zeggen: “Ik heb nog nooit van mijn leven een graancirkel gezien. Ik weet dat er mensen zijn die zeggen dat er graancirkels zijn, maar ik geloof er niet in.” Mensen kunnen dat zeggen omdat de gewassen allemaal geoogst zijn wanneer zij erheen gaan.
De Ruimtebroeders werken in alle stilte. In dat opzicht geloof ik dat ze stil zijn. Maar als je voor de Ruimtebroeders werkt, moet je aan hun werk toegewijd zijn, want zij kunnen niet vermoeid raken. Zij zijn onvermoeibaar in hun toewijding om de Aarde te helpen en zij verwachten dat degenen die met hen samenwerken dat ook zijn.

[Einde selectie]