De Ruimtebroeders en de Oude Wijsheid

boekbespreking door Phyllis Power

George Adamski – A Herald for the Space Brothers (“George Adamski: Gezant van de Ruimtebroeders”) is ongetwijfeld interessant voor lezers van Share International, omdat het het werk van Benjamin Creme, en met name diens jongste boek, De bundeling van de Krachten van Licht als context en achtergrond gebruikt voor wat Gerard Aartsen de ‘kern’ van Adamski’s werk noemt.
In plaats van zich te richten op de ‘waarheid’ van Adamski’s verklaringen over zijn buitenaardse contacten, zoals de meeste schrijvers hebben gedaan, legt Aartsen de nadruk op die aspecten van Adamski’s werk die duidelijk verband houden met de leringen van de Oude Wijsheid. Hierbij put Aartsen uit werk van Adamski dat veel minder algemeen bekend is dan zijn boeken De vliegende schotels zijn geland! (1953; met medeauteur Desmond Leslie) en Inside the Space Ships (1955). Het merendeel van die teksten is verspreid over een groot aantal publicaties en is grotendeels niet meer verkrijgbaar. Gerard Aartsen heeft een onschatbare dienst bewezen door ze in dit boek, dat van academisch niveau is, onder de aandacht te brengen. Eén artikel van Adamski, ‘The Space People’ (‘De Ruimtemensen’; 1964), een fascinerend verslag over de aard en het leven van Venusianen, wordt hier voor het eerst gepubliceerd, samen met een hoofdstuk uit Cosmic Philosophy dat in 1961 werd uitgegeven. Het boek bevat eveneens een volledig overzicht van Adamski’s veelomvattende publicaties.
Aartsens verslag van de wetenschappelijk en sociaal-politieke context voor Adamki’s werk in de jaren ’50 laat zien hoe de ideologische strijd om werelddominantie tussen Rusland en Amerika maakte dat iedere gedachte aan buitenaards leven politieke leiders in grote verlegenheid bracht, terwijl de materialistische wetenschap met zijn non-acceptatie van etherische stof de mogelijkheid uitsloot van leven op andere planeten, wat Adamski beweerde te hebben ervaren. Zoals Creme zegt, is dit tegenwoordig nog steeds het geval. Adamski wordt vergeleken met andere ‘pioniers van de mensheid’, zoals Galileo en Blavatsky, die nieuwe manieren introduceerden om de feiten van het heelal te begrijpen – en die genegeerd of gehekeld werden om hun inspanningen. De boeken Flying Saucers Have Landed en Inside the Space Ships waren de succesvolste van Adamski’s pogingen om de werkelijkheid van de ruimtemensen aan te tonen, en het waren beide bestsellers. Hij gaf eveneens over de hele wereld lezingen aan enorme aantallen toehoorders.
Aartsen laat zien hoe Adamski’s ervaringen vervolgens echter onophoudelijk werden zwartgemaakt en hijzelf zodanig gedenigreerd, dat in de jaren ’60 veel minder geloof aan hem en zijn werk werd gehecht. Maar Adamski komt naar voren als een waarachtig werker voor de mensheid, die niet werd ontmoedigd door de vele moeilijkheden die hij te verduren kreeg. Hij zette zijn werk voort en zijn teksten kregen allengs meer de trekken van esoterische leringen, doorgaans voortkomend uit zijn ontmoetingen met de Ruimtebroeders.
Tot Adamski’s nogal mysterieuze achtergrond behoorde ook een verblijf als jonge man in Tibet, waar hij kennelijk buitengewone krachten had opgedaan. Na de dood van zijn Poolse vader nam ‘oom Sid’ die, zoals de Meester van Benjamin Creme bevestigde, eigenlijk een Ruimtebroeder was, hem onder zijn hoede. Aartsen documenteert gebeurtenissen die het feit bevestigen dat Adamski zelf een Venusiaan was, die op een missie was om de Aarde te informeren over het bestaan van de Ruimtebroeders en hun werk ten behoeve van onze planeet; en Aartsen laat zien hoe dit in de roman van Desmond Lesie, The Amazing Mr Lutterworth (1958) ‘gedocumenteerd’ is.
Aartsen geeft eveneens een overzicht, met veel citaten, van enkele van Adamski’s meer esoterische publicaties, zoals Wisdom of the Masters of the Far East uit 1936, die doorlopen tot in de jaren ’60. In zijn latere werk gaat Adamski dieper in op de lering die hem door de Ruimtebroeders werd gegeven en waarover hij voor het eerst in Inside the Space Ship schreef. Aartsen merkt op dat “het denkbeeld van de fundamentele eenheid van alles wat bestaat” als een rode draad door Adamski’s werk heen loopt. Aartsen geeft uitgebreid voorbeelden uit Adamski’s werk over de lering van de Ruimtebroeders, waarvan de meeste overeenkomen met de kortere uiteenzettingen van Creme: bijvoorbeeld, hoe ze werken om onze planeet van de gevolgen van nucleaire vervuiling te ontdoen, hoe zij onschadelijkheid onderrichten en hoe zij in hun leven in praktijk brengen wat zij over universele broederschap onderrichten. Bovenal, benadrukt Adamski, evenals Creme, dat de ruimtemensen slechts het beste met ons voor hebben:

“...[zij] zijn verder gevorderd dan wij en hebben dat stadium alleen bereikt door de ervaringen te ondergaan en te overwinnen die wij thans ondergaan. Zij begrijpen de worstelingen die de mensen op Aarde doormaken, en voelen daarom een diep mededogen met ons. Zoals ik al vaker heb gezegd, hebben ze mij herhaaldelijk verteld dat zij alleen maar willen helpen – als wij maar willen luisteren en hun hulp willen aanvaarden.” [blz. 95]

Benjamin Creme draagt De Bundeling van de Krachten van Licht – De geestelijke missie van de UFO’s op aan George Adamski als “een bijzonder moedige man en collega”. Gerard Aartsen op zijn beurt draagt George Adamski: A Herald for the Space Brothers op aan Benjamin Creme als ‘zelf een gezant’. Beide boeken laten vanuit hun verschillende invalshoeken de volledige verwantschap zien tussen de Ruimtebroeders en de Geestelijke Hiërarchie van onze planeet, die samenwerken om de Aarde te redden en de mensheid vooruit te brengen op haar evolutiereis.

Gerard Aartsen, George Adamski – A Herald for the Space Brothers. BGA Publications, 2010. ISBN: 978-90-815495-1-6, 158 blz. De Nederlandse editie verschijnt naar verwachting eind 2010.

Over de auteur: Gerard Aartsen (M.Ed.) is medewerker van Share International, onderzoeker en docent in Amsterdam. Zie voor meer informatie zijn website: www.biblioteca-ga.info.

Phyllis Power (Ph.D.) is 25 jaar als docent en onderzoeker werkzaam geweest in het hoger onderwijs  in het VK. Haar interesse gaat uit naar het belang van esoterie voor het onderwijs.