door Pasquo Cassetta
Yankalilla is een slaperig provinciestadje genesteld in een
schilderachtig dal op anderhalf uur rijden van Adelaide in Zuid-Australië. In augustus 1994 zag
Susan Fehlburg daar op de muur van de anglicaanse Christus-kerk voor het eerst een beeltenis van
Maria en kind. Toen de oorspronkelijk uit Canada afkomstige pastoor Andrew Nutter erbij gehaald
werd, zag hij de beeltenis ook. De afbeelding verschijnt in een oneffen stuk pleisterwerk
rechtsboven het altaar.
In juli 1996 berichtte pastoor Andrew over het verschijnsel in
een plaatselijk kerkblad. Sindsdien is het nieuws van de verschijning de wereld rondgegaan. Een
wichelroedeloper, die op alle publiciteit was afgekomen, wees Andrew op een beekje dat onder de
kerk stroomt. Andrew had al eerder gedacht dat de verschijning in Yankalilla niet alleen voor
zijn eigen parochianen bedoeld was, maar voor mensen in heel Australië. De ontdekking van het
water bevestigde zijn gevoel dat deze plaats een centrum voor bedevaart en genezing zou kunnen
worden.
Intussen had ik Benjamin Creme in
Londen een fax gestuurd om de oorsprong van de verschijning en het beekje te verifiëren. Er kwam
een fax terug met het antwoord dat de verschijning echt was, dat het beekje, evenals de
verschijning, het werk was van de meester die Maria was geweest en dat het water geneeskrachtig
is.
Deze informatie gaf ik door aan Andrew. Er werd besloten om naar
het water te gaan boren. Maar de vraag bleef: waar moet men boren?
Een tweede fax naar Londen leverde van de meester van Benjamin
Creme een advies op over de plaats van de bron. Enkele dagen geleden (eind september 1996) werd
op de aangegeven plek geboord: op twee meter van de muur op één lijn met de afbeelding. En er
werd water gevonden!
Andrew wil het water geven aan mensen die zijn wekelijkse
pelgrimsmis bijwonen en ook aan de aanhoudende stroom bezoekers die de hele week door vanuit
heel Australië naar de kerk komen.
|