De man van Nairobi

Veteraan-journalist Job Mutungi ging in juni 1988 beroepshalve naar een massa-bijeenkomst in de Keniaanse hoofdstad Nairobi onder leiding van gebedsgenezeres Mary Akatsa. Het ooggetuigenverslag van Mutungi verscheen later, met foto's, in de Kenya Times. Een samenvatting van zijn relaas:

11 juni 1988, Nairobi, Kenia

Maitreya in NairobiOngeveer zesduizend gelovigen menen dat ze vorige week op klaarlichte dag Jezus Christus hebben gezien. Misschien is het moeilijk te geloven, maar niets zal hen van mening doen veranderen, want "Jezus" sprak tot hen en beloofde spoedig terug te zullen keren.
Het tafereel speelde zich af bij de Bethlehemkerk, waar Mary Sinaida Akatsa gebedsbijeenkomst voor de zieken leidt. Op zaterdag 4 juni was er een grote, heldere ster gesignaleerd in de lucht boven de biddenden. De ster was ongebruikelijk veel helderder dan 'gewone' sterren.
Op zaterdag 11 juni ging alles anders. Gelovigen zongen Mungu ni Mwema, een populaire Swahili hymne, toen Mary Akatsa het zingen onderbrak. Ze zei dat God tot haar had gesproken en haar had gezegd een wonder te verwachten, omdat er een zeer belangrijke gast zou komen met een uiterst gewichtige boodschap.
Vijf minuten later vroeg ze de zangers en dansers daarmee op te houden, omdat de boodschapper er was. Jezus! Jezus! Jezus van Nazareth! zo klonken de fluisteringen op uit de menigte. Mensen hieven hun handen ten hemel in aanbidding en ter verwelkoming.

Vreemdsoortig licht

De lange gestalte van een blootvoetse, bebaarde man in witte kleren was verschenen uit het niets en stond in het midden van de menigte. Hij liep langzaam naar het nieuwe kerkgebouw. Mary liep met hem mee, zij aan zij. Ik keek op mijn horloge. Het was kwart over vier. Velen dachten dat het hun laatste gebed was. In hun ogen had de "Zoon des mensen" eindelijk zijn belofte vervuld om naar de aarde terug te keren. Ze knielden neer in emotionele gebeden en in een verwoede poging om op het laatste moment hun ziel nog te redden. Maar ik staarde naar de vreemdeling zonder zelfs maar met mijn ogen te knipperen. Vreemdsoortig verspreid licht zweefde rond zijn tulband, zijn voeten en zijn hele lichaam.
Iedereen murmelde voor zich heen. Anderen lagen plat op de grond, onbeheerst huilend in aanbidding. Moeder Akatsa riep op tot kalmte. Maar het was moeilijk. De "Heilige Geest" was neergedaald. Ja, de achterbuurten van Kawangare, vergeven van midaad en ontucht, waren heilige grond geworden. De man fluisterde een minuut of twee met Akatsa. Vervolgens vertelde ze de menigte dat de vreemdeling hen zou toespreken. In duidelijk Swahili, zonder een zweem van accent, zei de vreemde dat het volk van Kenya gezegend was, in het bijzonder de aanwezigen.
"We naderen de tijd van het hemelrijk. Maar voordien zal ik terugkomen en een mand vol zegeningen meenemen, zei de man.

In het niets verdwenen

Het duurde twintig minuten voor de menigte enigszins tot zichzelf kwam, nadat de man de bijeenkomst verliet met de heer Gurnam Singh, die hem een lift aanbood. Maar Gurnam Singh zal vermoedelijk de rest van zijn leven nodig hebben om te bekomen van de schok die hij even later opliep. Bij het busstation aangekomen, zei de man tegen de heer Singh om de auto stil te zetten. Hij stapte uit, wandelde een paar passen naast de weg en ging eenvoudigweg in het niets op. Verscheidene getuigen waren verbijsterd door zijn mysterieuze verdwijning."

Kanttekeningen:

  1. Niet Jezus, maar Maitreya verscheen in Nairobi, zoals hij sindsdien aan vele groepen mensen overal ter wereld is verschenen.
  2. Volgens een toelichting van Benjamin Creme was het uiterlijk dat Maitreya voor de gelegenheid had aangenomen (bebaard gelaat en bijbels gewaad) in overeenstemming met de verwachtingen die de mensen er ter plaatse over Jezus op nahouden. Als hij ergens verschijnt, of als de meester Jezus dat doet, of de meester die destijds Maria was, dan doen ze dat vaak met een voor de betrokkenen herkenbaar uiterlijk. Hun verschijning zou anders vermoedelijk het beoogde doel missen.
  3. Maitreya had het niet over een mand vol zegeningen, maar over een kruik vol zegeningen, een verwijzing naar zichzelf als de waterdrager, het symbool van het Aquarius-tijdperk. Er zijn al uit het vroege boeddhisme beelden bekend van Maitreya met een waterkruik op de schouder.